De Indonesische keuken is zeer divers, met veel verschillende gerechten van de duizenden verschillende eilanden en tientallen verschillende bevolkingsgroepen. Hieronder een overzicht van 6 van de ‘lekkerste’ (of in elk geval meest voorkomende) gerechten van de satebakkers.
1. Nasi goreng
Nasi goreng (gebakken rijst) is wellicht het bekendste Indonesische gerecht. De variant in Nederland (vaak simpelweg nasi genoemd, wat eigenlijk gekookte rijst betekent) lijkt meer op Chinese witte gebakken rijst. De Indonesische nasi goreng is donkerder en anders van smaak doorat kecap manis (zoete ketjap/sojasaus) en terasi (trassie of garnalenpasta) belangrijke ingrediënten zijn. Andere ingrediënten zijn onder andere sjalotten, knoflook, tamarinde en chilipeper. Er zijn tientallen varianten van nasi goreng, maar veel voorkomend is de variant met kip en gebakken ei, en geserveerd met kroepoek. In Indonesië kost een portie nasi goreng zonder vlees bij een stalletje langs de straat vaak ongeveer 10.000 rupiah (€ 0,70). Varianten met bijvoorbeeld kip, geitenvlees of garnalen zijn iets duurder.
2. Saté
Saté (in het Indonesisch zonder accent en met de klemtoon op de eerste lettergreep) is vlees of soms vis op een stokje, gegrild op een grill. De stukjes vlees zijn een stuk kleiner dan bij saté in Nederland. Een van de bekendste varianten van saté is sate Madura van het eiland Madoera (Oost-Java) waarbij kip- of geitenvleessaté is gemarineerd in en wordt geserveerd met een pindasuas met o.a. zoete ketjap, palmsuiker en kemirinoot. Niet elke variant van saté wordt geserveerd met pindasaus; zo heeft sate Padang (rundvleessaté uit West-Sumatra) een gele saus gemaakt van o.a. rijstbloem, kurkuma, laos en komijn. Sate lilit uit Bali wordt gemaakt met gehakt (meestal van halal kip of vis) en o.a. kokos en citroensap, en geserveerd zonder saus.

Mister Makan aan het werk op Pinkpop (festival catering sate)
3. Soto
Soto is de Indonesische naam voor heldere soepen op basis van bouillon. De soto wordt altijd gegeten als hoofdgerecht en meestal geserveerd met rijst. Het bekendste type is soto ayam (pittige kippensoep met kurkuma), zoals op de foto hierboven. Andere varianten zijn onder andere soto ceker (met kippenvoetjes), soto Bandung uit West-Java (rundvleessoep met sojabonen en radijs), soto Betawi uit Jakarta (rundvleessoep met kokosmelk, vaak met orgaanvlees) en soto Banjar uit Zuid-Kalimantan (kippensoep met veel specerijen zoals nootmuskaat en kruidnagel).
4. Gado-gado
Gado-gado is een Indonesische salade van gemengde gekookte groenten met gekookt ei, aardappel en pindasaus, vaak met kroepoek of emping (chips van melindjonoot). Het wordt vaak gegeten met rijst of met lontong (blokjes kleefrijst). Gado-gado komt uit Jakarta, maar er zijn veel vergelijkbare gerechten uit andere regio’s van het eiland Java. Het Javaanse (uit Oost-Java) pecel lijkt veel op gado-gado, maar is zonder ei en aardappel, en in de saus wordt limoenblad toegevoegd. Bij lotek worden naast gekookte groenten ook enkele rauwe groenten gebruikt, zoals tomaat en komkommer. Aan de saus wordt kentjoer (wortelstok) toegevoegd. Bij het Soendanese (uit West-Java) gerecht karedok worden enkel rauwe groenten gebruikt (o.a. wittekool en kousenband).
5. Nasi kuning
Nasi Kuning (all rights reserved loflife)
Nasi kuning (‘gele rijst’) is rijst gekookt met kokosmelk en kurkuma (geelwortel). Het wordt vaak geserveerd met allerlei bijgerechten zoals gebraden kip, omelet, groenten en sambal. Bij bijzondere gelegenheden wordt de nasi kuning opgediend in de vorm van een tumpeng; een kegelvorm met daaromheen de bijgerechten (zie foto). Nasi kuning is een van de vele variaties van rijst gekookt met kokosmelk. Zo is er ook nasi uduk uit Jakarta (rijst gekookt met o.a. kokosmelk, kruidnagel en citroengras), nasi liwet uit Solo in Centraal-Java (met kokosmelk en kippenbouillon) en nasi lemak van de Maleiers op Sumatra en in Maleisië (met kokosmelk en pandanblad).
6. Rendang
Rendang is een karakteristiek gerecht van de pandang keuken uit west Sumatra. Het is halal vlees (vaak rundvlees, maar soms ook lever, kip, geit of ander vlees) dat in kokosmelk en allerlei kruiden is gekookt. Het koken neemt zo’n 5 tot 8 uur in beslag en door het langzame koken trekken de kruiden goed in het vlees en wordt het gerecht droog (de kokosmelk verdampt). Verschillende kruiden (o.a. gember en laos) zorgen ervoor dat het vlees na bereiding wel drie weken buiten de koelkast bewaard kan blijven. Rendang zoals geserveerd buiten West-Sumatra (en ook die van de kruidenmixjes in de Nederlandse supermarkten) is vaak minder lang gekookt en dus niet geheel droog, waardoor het meer op een stoofpotje lijkt dan op echte rendang.